Details
TitelMechanische tongenorgel
Vertaalde titelPortable Reed Barrel Organ
Vervaardigeronbekend
Plaatsonbekend
Jaar ca. 1900
Objectnummer0015
Objectcategoriemechanische doorslaande tongeninstrumenten
BeschrijvingDit instrument mist zijn buitenkast, maar dat heeft gelukkig geen invloed op de werking van het muziekinstrument. Het naaldhouten frame is van een aantal eenvoudige constructies voorzien om het instrument te laten werken. Door aan de voorzijde aan de slinger te draaien wordt het mechaniek in werking gebracht. Aan deze slinger zit een houtenworm bevestigd die voor de transmissie zorgt, de worm loopt in de houten tandkrans van de houten cilinder. Aan de houten worm-as bevindt zich een houten krukas-constructie die de blaasbalg in beweging brengt. Door het slingertje rechtsom te draaien pompt de balg lucht en draait de cilinder.
Begeleidende tekstenDoorslaande tongen worden tot trillen gebracht, waardoor het geluid tot stand kont. De cilinder bevat 4 melodieën en het klavier 22 toetsen. Het instrument speelt vrolijke deuntjes, zoals een wals, polka en mazurka.
Automatische spelende muziekinstrumenten waarvan de geluidsbronnen bestonden uit doorslaande tongen van dezelfde soorten als wij in harmoniums, accordeons en mondharmonica’s aantreffen, zijn pas rond 1800 ontstaan. Het automatisch bespeelbaar maken van blaasinstrumenten was ingewikkeld. Rond 1800 gingen diverse instrumentbouwers zich bezighouden met het oplossen van dit ‘probleem’. Het leek toen echter onmogelijk om zonder de techniek van een levende muzikant een blaasinstrument automatisch te bespelen. Daarom ging men over op het imiteren van de diverse soorten blaasinstrumenten. De eerste successen werden behaald met het nabootsen van de klank van trompetten. Doordat de relatief kleinere en goedkopere tongen-instrumenten voor een veel grotere klantenkring bestemd waren (voor huiselijk gebruik) dan de draaiorgels en de draaipiano’s, kwam de vraag naar een uitgebreid repertoire van gevarieerde muzieknummers (meer dan op de cilinders kon worden gestoken) ook al vroeg naar voren. Het was voor het eerst bij de tongeninstrumenten, dat geperforeerde boeken en platen werden toegepast. In 1861 werd door J.A. Testé te Nantes het eerste tongen-instrument gebouwd dat volgens hetzelfde boekensysteem functioneerde dat Gavioli ruim dertig jaar later bij de bouw van draaiorgels zou introduceren.
Automatische spelende muziekinstrumenten waarvan de geluidsbronnen bestonden uit doorslaande tongen van dezelfde soorten als wij in harmoniums, accordeons en mondharmonica’s aantreffen, zijn pas rond 1800 ontstaan. Het automatisch bespeelbaar maken van blaasinstrumenten was ingewikkeld. Rond 1800 gingen diverse instrumentbouwers zich bezighouden met het oplossen van dit ‘probleem’. Het leek toen echter onmogelijk om zonder de techniek van een levende muzikant een blaasinstrument automatisch te bespelen. Daarom ging men over op het imiteren van de diverse soorten blaasinstrumenten. De eerste successen werden behaald met het nabootsen van de klank van trompetten. Doordat de relatief kleinere en goedkopere tongen-instrumenten voor een veel grotere klantenkring bestemd waren (voor huiselijk gebruik) dan de draaiorgels en de draaipiano’s, kwam de vraag naar een uitgebreid repertoire van gevarieerde muzieknummers (meer dan op de cilinders kon worden gestoken) ook al vroeg naar voren. Het was voor het eerst bij de tongeninstrumenten, dat geperforeerde boeken en platen werden toegepast. In 1861 werd door J.A. Testé te Nantes het eerste tongen-instrument gebouwd dat volgens hetzelfde boekensysteem functioneerde dat Gavioli ruim dertig jaar later bij de bouw van draaiorgels zou introduceren.
Afmetingen
geheel hoogte: 22.5 cm
geheel breedte: 41 cm
geheel diepte: 26.5 cm
geheel breedte: 41 cm
geheel diepte: 26.5 cm