Details
TitelTafelklok met bellen en automaten, 'Jacquemarts'
Vertaalde titelMusical Clock with Bell Playing Mechanism and Automata, ‘Jacquemarts Clock'
Vervaardigeronbekend
PlaatsZuidelijke Nederlanden
Jaar ca. 1550
Objectnummer1019
Objectcategoriemechanische instrumenten met bellen, uurwerken met speelwerk
Objectnaamuurwerk met bellen, tafelklok
BeschrijvingDit vroege mechanische uurwerk werkt volgens hetzelfde principe als het torencarillon, met zakkende gewichten, een versteekbare trommel en bellen voor de muziek. Er zijn vijf raderwerken aanwezig, die elk door vijf gewichten worden aangedreven. Kwart over, half en kwart voor worden met één, twee en drie slagen aangegeven door het kwartierslagwerk. Het hele uur wordt gemarkeerd door vier slagen van het kwartierslagwerk waarna het speelwerk in actie komt. Na een volledige omwenteling van de speeltrommel wordt aan het eind van de melodie door een aan de zijkant van de trommel bevestigde pen het uurslagwerk uitgelicht. De speeltrommel draait rond in ongeveer 30 seconden. Zes toetsen - voor elke noot één - zorgen via een zogenaamd wellenbord voor het optillen van de hamers waarna deze weer terugvallen en daarbij de betreffende bel aanslaan.
Begeleidende tekstenEen zestal hamerveren zorgt ervoor dat de hamers na iedere slag iets terugveren en zo de bellen vrij laten om goed te kunnen uitklinken. Dat de trommel versteekbaar is, wil zeggen dat het repertoire kon worden gewijzigd. Het is echter onbekend of de muziek vaak veranderd werd op dit soort klokken. Wel weten we dat de melodie die er nu op staat niet oorspronkelijk is. Door het geringe aantal bellen is alleen eenvoudig repertoire mogelijk.
Het is tegenwoordig moeilijk voor te stellen, maar rond 1550 was het echt een ongekend fenomeen dat je muziek kon maken zonder musicus. Na de ontwikkeling van het torencarillon verschenen er speelklokken voor in de huiskamer. Al was een dergelijk instrument natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Rond 1550 waren speelklokken met name bij monniken te vinden en later ook bij de gegoede burgerij. Van deze vroegste zelfspelende instrumenten waren monniken tevens de makers. Dit exemplaar is het oudste collectiestuk van Museum Speelklok.
Het is tegenwoordig moeilijk voor te stellen, maar rond 1550 was het echt een ongekend fenomeen dat je muziek kon maken zonder musicus. Na de ontwikkeling van het torencarillon verschenen er speelklokken voor in de huiskamer. Al was een dergelijk instrument natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Rond 1550 waren speelklokken met name bij monniken te vinden en later ook bij de gegoede burgerij. Van deze vroegste zelfspelende instrumenten waren monniken tevens de makers. Dit exemplaar is het oudste collectiestuk van Museum Speelklok.
Afmetingen
geheel hoogte: 80 cm
geheel breedte: 45 cm
geheel diepte: 36 cm
cilinder lengte: 6 cm
cilinder diameter: 11 cm
klok plus sokkel hoogte: 200 cm
klok plus sokkel breedte: 60 cm
klok plus diepte: 60 cm
geheel breedte: 45 cm
geheel diepte: 36 cm
cilinder lengte: 6 cm
cilinder diameter: 11 cm
klok plus sokkel hoogte: 200 cm
klok plus sokkel breedte: 60 cm
klok plus diepte: 60 cm
Trefwoordenprogrammadrager: cilinder
geluidsbron: bellen
aandrijving: gewichten
echappement: spillegang
geluidsbron: bellen
aandrijving: gewichten
echappement: spillegang
Digitale referenties